Bedenkingen rond het migratiepact

Op 14 december 2018, over deze onderwerpen: Welzijn en sociale zaken

 

 

Zachte wetten kunnen soms hard landen

Stuurt het zogeheten Global Compact for Migration ook de vrije meningsuiting?

 

Alain Vannieuwenburg

Promovendus Universiteit Leiden

 

Geef de mensen wedstrijden die ze kunnen winnen door de tekst van populaire liedjes te onthouden of de namen van de hoofdsteden van de staten of hoeveel maïs Iowa vorig jaar heeft voortgebracht. Prop ze vol met onontvlambare data, stamp ze zo verdomde vol met feiten dat ze zich volgevreten voelen, maar briljant door de informatie. Dan zullen ze het gevoel hebben dat ze nadenken, ze zullen een idee van beweging ervaren, zonder dat ze bewegen.[1]

 

Kofi Annan en Peter Sutherland

De Ghanees Kofi Annan (gewezen secretaris-generaal van de Verenigde Naties) en de Ier Peter Sutherland (o.a. topman van Goldman Sachs, British Petroleum en de Royal Bank of Scotland) kunnen rustig de fathers van het Global Compact for Migration  [2] (hierna GCM) worden geheten. In 2006 werd Sutherland speciale vertegenwoordiger voor internationale migratie en richtte hij het Global Forum on Migration and Development op. Dit forum wil als intergouvernementeel, informeel forum meer samenwerking rond migratie en wil tevens de ontwikkeling ervan promoten. In 2016 werd de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM)[3] toegevoegd aan de Verenigde Naties, zodat deze ook naast de vluchtelingen vluchtelingenaanpak (UNHCR), ook een specifieke organisatie voor migratie kreeg.

Op internationaal niveau werd in het vooruitzicht gesteld dat er twee Compacts zouden komen: een om vluchtelingenstromen beter te organiseren en een tweede om de mensenstromen in het algemeen te faciliteren. Het Global Compact for Migration is het eerste pakket aan maatregelen.

Een pakket maatregelen dat, na eerder vrij discreet te zijn voorbereid, sinds het bekendraken van de agenda van Marrakesh, in elk geval voor de nodige commotie zorgt.[4] De teneur van bepaalde commentaren loog er echter niet om: Pleegt West-Europa nu weer een beetje suicide was een van de vragen. Anderen hadden het dan weer over een onevenwichtig document, een catalogus van migrantenrechten. Hier en daar werd ook gewezen op de inflatie van rechten, op de wereldvreemdheid van de bestuurlijke elite ... la boîte à chagrin se rouvre [5]. Men had het over een document vol jeukzinnen en vrome riedels. Nog andere wezen op de gevolgen van het negeren van de onvrede bij de burgers met als gevolg verdoken volksopstanden zoals de Brexit in Groot-Brittannië, of de toevlucht tot zogenaamde populistische leiders, van Amerika tot Hongarije, en van Polen tot Italië. Het GCM liet leiders van failed states en failed cultures toe om hun ontevredenen te exporteren zodat zij hun beleid rustig verder zouden kunnen zetten. Er werd onderstreept dat vooral het Westen de impact van deze verklaring zou voelen. Het migratiepact werd ook getoetst aan het zogeheten smeerkaasarrest [6], het niet bindende ervan werd in vraag gesteld.

Anderen verbaasden zich dan weer over de snelheid waarmee een log apparaat als de Verenigde Naties dit alles had weten uit te werken en sommigen legden de link met het Wereld Economisch Forum in Davos en de wens om internationale migratie te versoepelen. Deze pacten worden gezien als gefundenes Fressen voor de internationale bedrijfswereld.

Belangrijker was de vraag of  de naties en de burgers van deze naties überhaupt nog zeggenskracht in deze hadden: Le marché est beaucoup plus puissant que l'État ou que la démocratie [7], zei Jacques Attali, o.a. voormalig raadgever van de Franse president Mitterand,  in een vraaggesprek.

In een column in de Volkskrant[8] betoogde Martin Sommer dat migratie een moderne vorm van revolutie is: wie tegenwoordig een andere samenleving wil, stapt op een boot. Maar aan de overkant wonen wel mensen die nergens om hebben gevraagd.  Niet iedereen komt naar het Westen voor de democratie.

Dit GCM moest blijkbaar door een elite over de hoofden heen van de betrokkenen worden onderhandeld. Samenlevingen, zo luidens de kritiek, worden, tot nader bericht, echter gedragen door burgers die deel uitmaken van een natie. Dat hebben de gele hesjes inderdaad o.a. de Franse president Macron duidelijk gemaakt. Hun bekommernis is niet zozeer de brandstofprijs, er is meer aan de hand. Misschien moeten beleidsvoerders even de klaagbrieven, de Cahiers de doléances, uit 1789 lezen.  

Verklaart dit de snelheid en de terughoudendheid om het gesprek aan te gaan? Zowel de discretie, de haast, als het manifest ontbreken van een diepgaande discussie waarbij men parlement en burgers erbij heeft betrokken, mogen inderdaad bizar worden geheten. Zijn, zo vertelt men ons toch, vele van de doelstellingen [9] immers niet aanbevelenswaard en dus eerder probleemloos.

Een zoektocht naar het waarom van het gebrek aan informatie gedurende de voorbije 2 jaar, en zeker de lectuur van het GCM, levert soms interessante kanttekeningen en vragen op. Zo ook enkele van de antwoorden op de 100 vragen van het Nederlandse parlementslid Thierry Baudet[10] in de Tweede Kamer der Staten-Generaal.  

Wij halen slechts enkele voorbeelden aan en focussen op items die niet echt veel aandacht kregen, o.m. de meningsvrijheid en het respecteren van privacy (met als afgeleide de veiligheid van burgers in bepaalde landen).

 

OBJECTIVE 17: Eliminate all forms of discrimination and promote evidence-based public discourse to shape perceptions of migration

Baudet stelde op 25 oktober ll. aan de Nederlandse Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M. Harbers, een resem vragen over het voornemen van de Staatssecretaris om, namens de Nederlandse regering, het GCM[11] te ondertekenen.  Tussen al de vragen om verduidelijking ook een aantal vragen over Objective en Commitment 17 en meer bepaald paragraaf 33[12] Een paragraaf die niet zonder belang is voor wat betreft de informatieverstrekking naar de burger over de impact van migratie.

Baudet wilde van M. Harbers o.m. weten of hij (dus Nederland) voorstander is van de doelstelling 33c[13] waarbij - via de media, inclusief de online media - gestreefd zou moeten worden naar het brengen van een positief beeld van migratie en immigratie. Ook wilde hij weten hoe de staatssecretaris dacht over het opzetten van initiatieven teneinde journalisten te sensibiliseren en op te leiden omtrent immigratie-gerelateerde thema’s en te hanteren terminologie. Hoe zou de Nederlandse overheid, in de lijn met voormelde principes en te nemen initiatieven, dan wel omgaan met bv. publieke omroepen die kanttekeningen plaatsten bij de gevolgen van de massale immigratie. Zou de Nederlandse overheid in voorkomend geval, in lijn met doelstelling 33c van het GCM, deze omroepen bv. sanctioneren door hen hun subsidie te ontnemen?

Hoe zag de staatssecretaris dit alles en welke instrumenten zouden worden ingezet om doelstelling 33c te operationaliseren. Baudet wilde in concreto weten of er dus een correcte immigratie-gerelateerde terminologie zou worden gepropageerd, en, c.q. of er dus ook woorden uit het Nederlands vocabulaire moesten verdwijnen. Welke terminologie zou Nederland dan willen toevoegen? Kwam de vrije meningsuiting niet in gevaar wanneer, de overheid zelf, de perceptie wilde beïnvloeden?

 

Activistische agenda’s

Dat dit een aandachtspunt is hoeft ons niet te verwonderen. Nederland is, net zoals vele landen in West-Europa, in de ban van een activistische agenda.

Bij wijze van voorbeeld - we spitsen ons bewust toe op Nederland - kan worden gewezen op de heisa die, aan de Universiteit Amsterdam (UvA), ontstond naar aanleiding van een mail gericht aan de historici aan de UvA waarin deze werden opgeroepen voor een diversiteitscursus over ras, klasse en geslacht. Er werd gesproken over een totale gekte die de universiteit was binnengeslopen. In een opiniërende bijdrage voor Elsevier Weekblad vroeg Geerten Waling, historicus, wat er nu aan de hand was: academici worden immers geacht maatschappelijke discussies meer diepgang, duiding en nuance te geven, maar op de universiteit zijn heel andere processen gaande. Hij verwees naar de ontwikkelingen binnen bepaalde Amerikaanse universiteiten waar colleges en debatten soms verstoord worden door acties van activisten. De rationele analyse, de disputatio wordt, indien deze als storend wordt ervaren, verbannen. Waling omschreef deze tendens als bedreigend en wilde weten hoezeer deze ideeën ook doordringen tot andere domeinen van de Nederlandse academische wereld.

Als bewijs dat de vraag van Baudet niet gratuit is kan bv. ook nog worden verwezen naar de stijlgids van het (Nederlandse) Tropenmuseum.  An sich een interessant document dat staat voor de vraag hoe wij, in een gewijzigde context, met taal omgaan/dienen om te gaan. Zijn bepaalde woorden nog van deze tijd? Meer dan een maatschappelijk debat wordt hier echter verkend of het geen tijd wordt om in te grijpen in de taal.  Voor het museum gaat het dan in concreto over terminologie, collectieregistratie en museumteksten. Dit resulteerde alvast in een taalgids: Woorden doen ertoe: een incomplete gids voor woordkeuze binnen de culturele sector. [14] In concreto komt het er op neer dat in de catalogus van de musea de gewraakte termen zichtbaar blijven, alleen worden er soms andere woorden gebruikt om de objecten of afbeeldingen te beschrijven in begeleidende teksten. Er wordt niks weggenomen, alleen iets toegevoegd. Critici betogen dan weer dat het hier om taal fnuiken gaat waarbij, in voormeld geval, het eigenlijk om de dekolonisatie van het museum gaat.

Terug naar vragen van Baudet en de antwoorden van de staatssecretaris.

De vrijwilligheid van beleidsopties

In zijn antwoord op de vragen van Baudet, wees de staatssecretaris erop dat het in het GCM gaat om vrijwillige beleidsopties die het GCM per doelstelling voorstelt. Nederland zou dus de eigen beleidsvrijheid behouden. Benadrukt werd ook het niet de bedoeling zou zijn om publieke omroepen, die kanttekeningen plaatsen bij de gevolgen van de massale immigratie, hun subsidie te ontnemen: De tekst spreekt slechts over het ontzeggen van publieke gelden in het geval van systematische verspreiding van intolerantie, xenofobie, racisme en andere vormen van discriminatie door media, waarbij het recht op de vrijheid van media dient te worden gerespecteerd. Ook voor wat de vragen naar het correcte taalgebruik betreft betoogde de staatssecretaris dat het zou gaan om een vrijwillige beleidsoptie: Welke immigratie-gerelateerde terminologie zou moeten worden verwijderd of moeten worden toegevoegd, laat het kabinet graag aan eenieder om zelf te beoordelen, met in achtneming van het bepaalde in de wet.

De antwoorden van de bevoegde staatssecretaris waren in elk geval niet van dien aard dat zij o.m. de Nederlandse hoogleraar Afshin Ellian[15] konden geruststellen. Hij stelde de vraag of het pact van Marrakesh niet een ernstige inbreuk vormt op de westerse persvrijheid zou kunnen betekenen. Het GCM mag dan wel steevast voorgesteld worden als een - juridisch gezien - niet-bindend document, voor hem was het duidelijk dat de media een nieuwe ideologische taak kregen opgedragen. De verwachtingen waren immers duidelijk: van de pers, van de opiniemakers, van de media in de ruimste zin, werd enige terughoudendheid verwacht.  Te negatieve, te kritische informatieverspreiding zou worden afgewogen op een apothekersschaaltje.

Het GCM zou inderdaad dan wel geen onmiddellijke doorwerking hebben[16] in het rechtssysteem, onder bepaalde omstandigheden zou het echter wel als een zoeklicht kunnen dienen bij de interpretatie van open normen bij rechtsvinding. En daar zou de pers, de opiniemaker, maar ook de burger in het algemeen, dus rekening mee moeten houden.

De kanttekeningen van prof. A. Ellian zijn terecht. Het is inderdaad zo dat vele landen de ontwikkeling van een internationale rechtsorde stimuleren. Het is dus niet ondenkbaar dat een rechter het GCM ruimte laat bij een interpretatie van een bepaling omtrent de immigratie of het GCM zal laten meetellen bij het interpreteren van een bepaling uit het vreemdelingrecht of een migratie gerelateerde aangelegenheid.

 

Quid evidence – based?

Is in het GCM echter ook niet te lezen dat voortaan het debat evidence-based moet worden gevoerd. Hoe dit gebeuren moet is duidelijk. Opiniemakers allerhande krijgen hierbij de opdracht (33 f) “Promote awareness-raising campaigns targeted at communities of origin, transit and destination in order to inform public perceptions regarding the positive contributions of safe, orderly and regular migration, based on evidence and facts, and to end racism, xenophobia and stigmatization against all migrants.  Om de evidence-based doelstelling te bereiken moet, zoals hiervoor reeds verduidelijkt, werk worden gemaakt van 33 c. An sich een lovenswaardige doelstelling. Complete en betrouwbare informatie is inderdaad een must. Selectiviteit is echter te mijden.

 

Niemand ontkent dat het debat over legale en illegale migratie steunen moet op zo volledig en zo correct mogelijke, toetsbare, gegevens. De burgers van de betrokken landen, via hun 

vertegenwoordigers, moeten echter ook de kans krijgen de discussie aan te gaan omtrent het hoe en waarom van dit alles en hoe zij hiermede omgaan moeten. En intolerante en xenofobe berichten horen inderdaad niet thuis in een maatschappij die zich spiegelt aan de pacten en verdragen die een goede samenleving als finaliteit hebben. Evenzeer moet echter worden vermeden dat dit ideaal zal verwateren als gevolg van een mentale framing en het weren van elke dissonant in het debat.

 

In het GCM zijn echter ook nog een aantal andere passages terug te vinden die vragen stellen omtrent de bedoelingen van de stellers van het GCM en de mogelijke gevolgen ervan. Zo is er de aanbeveling (of eis, u kiest zelf maar) om specifieke data te verzamelen. Onder de hoofding Collect and utilize accurate and disaggregated data as a basis for evidence-based policies is te lezen hoe men allerhande informatie verzamelen wil met het oog op het o.m. evalueren van de implementatie van de GCM-verbintenis.[17] Los van de opvolging van de uitvoering van de aanbeveling (zal de vrijblijvendheid worden gemonitord?) stellen zich prangender vragen: is er bv. voorzien in een gegevensuitwisseling tussen landen en zo ja, welke garanties bestaan er bijvoorbeeld voor politieke vluchtelingen uit  dictatoriale regimes?

 

Professor Afshin Ellian verduidelijkte zijn standpunt tijdens een recent radioprogramma in WNL Op Zaterdag.[18] A. Ellian waarschuwt nogmaals voor mogelijke gegevensuitwisseling. Worden ingevolge het pact gegevens over deze mensen gedeeld met de regimes van hun thuislanden? Maar die regimes zijn zelden democratisch. Je gaat de Mugabes (voormalig dictator van Zimbabwe) van deze wereld  toch geen informatie geven over hun burgers? Het hele Midden-Oosten kent één democratische rechtsstaat, Israël. Je wil die landen toch geen databank geven? aldus A.Ellian.

 

Prof. A. Ellian verwonderde zich dan ook (terecht) over de relatieve kritiekloosheid bij bepaalde voorstanders van het GCM die bijvoorbeeld niet weten (of niet willen weten) wie dit pact nu allemaal zal ondertekenen, hoe zij dit lezen en wat de mogelijke gevolgen zijn. Zonder overdrijving mag inderdaad gesteld worden dat niet alle leden van de Verenigde Naties toonbeelden van een democratisch bestuurde liberale rechtstaat zijn.  Bepaalde landen kunnen gerust de kwalificatie van een despotisch of totalitair regime toegekend krijgen. Om prof. Ellian te volgen: voorzichtigheid is en blijft geboden.

 

Wellicht moeten we ook Spengler en Toynbee nog eens ter hand te nemen. [19] Maar dat is een ander hoofdstuk.

 

[1] OBJECTIVE 1: Collect and utilize accurate and disaggregated data as a basis for evidence-based policies. 

17. We commit to strengthen the global evidence base on international migration by improving and investing in the collection, analysis and dissemination of accurate, reliable, comparable data, disaggregated by sex, age, migration status and other characteristics relevant in national contexts, while upholding the right to privacy under international human rights law and protecting personal data. We further commit to ensure this data fosters research, guides coherent and evidence-based policy-making and well-informed public discourse, and allows for effective monitoring and evaluation of the implementation of commitments over time.

[2] NPO Radio 1

[3]  In het monumentale werk De ondergang van het Avondland, verschenen in 1918 en 1922, inventariseert  Spengler als het ware de menselijke geschiedenis. Zijn inventarisatie van 8 culturen laat zien hoe culturen opkomen, tot bloei komen en vergaan. Op basis van zijn doorlichting ontwikkelde Spengler een methode die hem bijna in staat stelde prognoses te maken over de toekomst van onze westerse beschaving. Ook Toynbee liet zich in met een trendanalyse. Hij pleegde een twaalfdelige analyse Een studie van de geschiedenis. Dit standaardwerk  kan gezien worden als een résumé van de wereldgeschiedenis met een focus op  trends  van opkomst, bloei en verval.Toynbee was evenwel minder deterministisch dan Spengler. Stelde Spengler dat samenlevingen als het ware vermoord worden, dat had Toynbee het eerder over suicide.

[1] Prof. Dr. mr. Afshin Ellian is sinds 2005 als hoogleraar verbonden aan de rechtenfaculteit van Universiteit van Leiden en sinds 2012 is hij directeur van het aan deze universiteit verbonden instituut Metajuridica.

[2] In Nederland werd via een inlegvelletje bij het pact ondubbelzinnig verduidelijkt dat het GCM niet mag doorwerken in het Nederlandse rechtssysteem, zelfs niet als interpretatiebron.

[1] R. Bradbury. Fahrenheid 451. Lebowski Publishers. Amsterdam. 2017. Blz. 74

[2] Global compact for safe, orderly and regular migration. Final draft. 11 july 2018. Het bevat algemene principes en 23 doelstellingen.

[3] In 1951 als Intergovernmental Committee for European Migration (ICEM) opgericht, initieel met als doel de vele oorlogsvluchtelingen en ontheemden in Europa in de naoorlogse jaren veilig huiswaarts te kunnen sturen.

[4] Zwitserland, Polen, Oostenrijk, Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Estland, Hongarije, Israël, Australië en de Verenigde Staten zullen het pact niet tekenen. Andere landen (Nederland, Denemarken) wilden meer zekerheid omtrent de mogelijke gevolgen van dit GCM. En in Duitsland zorgde dit voor verdeeldheid binnen de CDU van Merkel. Haar opvolgster Kramp-Karrenbauer kondigde alvast aan dat de CDU migratie en veiligheid  aan de agenda zouden plaatsen. Niet zonder reden mag dan ook worden gesteld dat Marrakech Europe verdeelt. Gevreesd wordt dat een restrictief migratiebeleid definitief tot het verleden zal behoren, (im)migratie wordt immers tot een mensenrecht verheven.

[5] Naar E. Zemmour. Destin Français. Quand l’Histoire se venge. Sl. Albin Michel. 2018.

[6] Het Smeerkaasarrest (arrest Franco-Suisse Le Ski) is een arrest van het Belgische Hof van Cassatie van 27 mei 1971, waarin o.m. werd gesteld dat een verdrag met directe werking in de interne Belgische rechtsorde voorrang heeft op de wetten van het Belgische Parlement en ook op de Grondwet.

[7] Le marché est beaucoup plus puissant que l'État ou que la démocratie. Le risque existe que dans les vingt à trente ans qui viennent, le marché finisse par privatiser l'ensemble des fonctions de l'État et que l'on se trouve progressivement avec non plus seulement la liberté du commerce, mais aussi avec la privatisation de l'éducation, de la santé, de la justice, de la défense et de la politique étrangère. Tout peut aller très vite. Le marché est par nature mondial, sans frontière, ni géographique ni de compétence. Le marché n'accepte pas que certains domaines ou certains territoires lui échappent. À l'inverse, la démocratie est fondée sur l'idée de territoire. Elle s'applique dans un territoire. Le marché peut même devenir un jour le pire ennemi des États-Unis qui le ressentiront comme une menace pour leur identité nationale. Bron: Le Figaro. La mondialisation économique ne suffit pas Propos recueillis par Frédéric Fritscher, Marie-Laure Germon et Stéphane Marchand.publié le 25/01/2007.

[8] 9 november 2018.

[9] Objectives for Safe, Orderly and Regular Migration (1) Collect and utilize accurate and disaggregated data as a basis for evidence-based policies (2) Minimize the adverse drivers and structural factors that compel people to leave their country of origin (3) Provide accurate and timely information at all stages of migration (4) Ensure that all migrants have proof of legal identity and adequate documentation (5) Enhance availability and flexibility of pathways for regular migration (6) Facilitate fair and ethical recruitment and safeguard conditions that ensure decent work(7) Address and reduce vulnerabilities in migration (8) Save lives and establish coordinated international efforts on missing migrants (9) Strengthen the transnational response to smuggling of migrants  (10) Prevent, combat and eradicate trafficking in persons in the context of international migration (11) Manage borders in an integrated, secure and coordinated manner (12) Strengthen certainty and predictability in migration procedures for appropriate screening, assessment and referral (13) Use migration detention only as a measure of last resort and work towards alternatives(14) Enhance consular protection, assistance and cooperation throughout the migration cycle (15) Provide access to basic services for migrants (16) Empower migrants and societies to realize full inclusion and social cohesion (17) Eliminate all forms of discrimination and promote evidence-based public discourse to shape perceptions of migration (18) Invest in skills development and facilitate mutual recognition of skills, qualifications and competences (19) Create conditions for migrants and diasporas to fully contribute to sustainable development in all countries (20) Promote faster, safer and cheaper transfer of remittances and foster financial inclusion of migrants (21) Cooperate in facilitating safe and dignified return and readmission, as well as sustainable reintegration (22) Establish mechanisms for the portability of social security entitlements and earned benefits (23) Strengthen international cooperation and global partnerships for safe, orderly and regular migration

[10] Nederlands politicus, historicus en jurist. Richtte het Forum voor Democratie (FVD), een denktank, op. In 2016 werd het FVD een politieke partij.

[11] Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid), mede namens de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 3 december 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 665.

[12] 33. We commit to eliminate all forms of discrimination, condemn and counter expressions, acts and manifestations of racism, racial discrimination, violence, xenophobia and related intolerance against all migrants in conformity with international human rights law. We further commit to promote an open and evidence-based public discourse on migration and migrants in partnership with all parts of society, that generates a more realistic, humane and constructive perception in this regard. We also commit to protect freedom of expression in accordance with international law, recognizing that an open and free debate contributes to a comprehensive understanding of all aspects of migration.

[13] 33c: Promote independent, objective and quality reporting of media outlets, including internet- based information, including by sensitizing and educating media professionals on migration-related issues and terminology, investing in ethical reporting standards and advertising, and stopping allocation of public funding or material support to media outlets that systematically promote intolerance, xenophobia, racism and other forms of discrimination towards migrants, in full respect for the freedom of the media.

[14] Het museum kiest voor wit, omdat blank voortkomt uit achterhaalde rassentheorieën. Wij gebruiken dat woord, omdat blank de bijklank heeft van 'puur', 'onbevlekt', in tegenstelling tot zwart. Ik snap dat er witte mensen zijn die dat niet zo gebruiken, maar woorden leven ook buiten ons.

[15] Prof. Dr. mr. Afshin Ellian is sinds 2005 als hoogleraar verbonden aan de rechtenfaculteit van Universiteit van Leiden en sinds 2012 is hij directeur van het aan deze universiteit verbonden instituut Metajuridica.

[16] In Nederland werd via een inlegvelletje bij het pact ondubbelzinnig verduidelijkt dat het GCM niet mag doorwerken in het Nederlandse rechtssysteem, zelfs niet als interpretatiebron.

[17] OBJECTIVE 1: Collect and utilize accurate and disaggregated data as a basis for evidence-based policies. 

17. We commit to strengthen the global evidence base on international migration by improving and investing in the collection, analysis and dissemination of accurate, reliable, comparable data, disaggregated by sex, age, migration status and other characteristics relevant in national contexts, while upholding the right to privacy under international human rights law and protecting personal data. We further commit to ensure this data fosters research, guides coherent and evidence-based policy-making and well-informed public discourse, and allows for effective monitoring and evaluation of the implementation of commitments over time.

[18] NPO Radio 1

[19]  In het monumentale werk De ondergang van het Avondland, verschenen in 1918 en 1922, inventariseert  Spengler als het ware de menselijke geschiedenis. Zijn inventarisatie van 8 culturen laat zien hoe culturen opkomen, tot bloei komen en vergaan. Op basis van zijn doorlichting ontwikkelde Spengler een methode die hem bijna in staat stelde prognoses te maken over de toekomst van onze westerse beschaving. Ook Toynbee liet zich in met een trendanalyse. Hij pleegde een twaalfdelige analyse Een studie van de geschiedenis. Dit standaardwerk  kan gezien worden als een résumé van de wereldgeschiedenis met een focus op  trends  van opkomst, bloei en verval.Toynbee was evenwel minder deterministisch dan Spengler. Stelde Spengler dat samenlevingen als het ware vermoord worden, dat had Toynbee het eerder over suicide.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is